top of page

Attitude is key

  • bvanpaeschen5
  • 11 nov 2024
  • 5 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 12 apr




Onderwijsexpert Simon Mensaert:


‘Een te milde leraar werkt de ongelijkheid in de hand’


04-09-2024 Knack - Pagina 16


Door Jeroen de Preter


Tijdens het schooljaar 2022-2023 werden in Vlaanderen meer dan 24.000 leerlingen met gedragsproblemen tijdelijk of definitief van school geschorst. De cijfers, die vorige week werden gepubliceerd door Het Nieuwsblad , getuigen van een probleem dat bliksemsnel groter wordt. Om een idee te geven: twee jaar eerder, tijden het schooljaar 2020-2021, werden ‘slechts’ een kleine tienduizend leerlingen met gedragsproblemen definitief of tijdelijk uitgesloten.


Die cijfers verrassen Simon Mensaert niet. Hij is de bezieler van SODAplus, een organisatie die 65 scholen ondersteunt in het attitudebeleid. Einddoel is zo veel mogelijk leerlingen te laten excelleren in stiptheid, orde, zelfdiscipline en professionele attitude. Maar volgens Mensaert is dat moeilijker dan ooit. ‘Leerlingen die goed scoren op deze attitudes krijgen van ons een SODA-attest, een document dat hen gewild maakt op de arbeidsmarkt’, vertelt Mensaert. ‘Helaas reiken we de laatste jaren steeds minder van die attesten uit. Ook wij zien sinds corona een enorme stijging van het aantal attitudeproblemen.’


Is de pandemie de belangrijkste verklaring?

Simon Mensaert: Corona heeft er in elk geval geen deugd aan gedaan. Het was een periode waarin de lat op veel vlakken lager werd gelegd. Leerlingen hoefden niet naar school en dus ook niet stipt op tijd te zijn, bijvoorbeeld. Het probleem met de lat laag leggen is dat het bijzonder moeilijk is om ze later weer hoger te leggen. Maar ik denk dat er ook nog wat anders speelt. Al lang voor corona zagen we in Pisa-onderzoek dat de intrinsieke motivatie van leerlingen daalde. Bijna nergens ligt die motivatie lager dan in ons land. Behalve op de leerprestaties heeft dat ongetwijfeld ook een invloed op de attitudes. We hebben de mond vol over eindtermen, maar als de wil er niet is? Hoe gaan we die dan bereiken?


Volgens pedagoog Philippe Noens spelen ook de ouders daarin een rol. ‘Als je vroeger een leerling op school strafte, zwaaide er thuis ook wat. Nu bellen ouders de school op om zo’n straf te betwisten.’

Mensaert: Daar zie je een groot verschil tussen middenklassescholen en concentratiescholen, waar die attitudeproblemen het vaakst voorkomen. Ik ben zelf leraar mechanica geweest op zo’n concentratieschool. Daar moesten we vooral werken aan betrokkenheid van de ouders.


Welk advies geeft u aan scholen die met attitudeproblemen kampen?

Mensaert: Een van de grote problemen is dat veel leraren op het vlak van attitudebeleid hun eigen ding doen. De ene leraar is tolerant tegenover smartphonegebruik, de andere net heel streng. Terwijl elke ouder weet hoe belangrijk het is dat vader en moeder aan hetzelfde zeel trekken. Voor leraren geldt precies hetzelfde, met dat verschil dat je hier over een team van tien, soms vijftien opvoeders spreekt. Idealiter spreekt dat team als één persoon, maar in de praktijk is dat zelden het geval. Het onderliggende probleem is dat attitudebeleid op onze scholen vaak niet meer is dan een theorie op een stukje papier dat niemand leest. Ook in de lerarenopleiding ontbreekt het volledig. Zeker voor beginnende leerlingen is dat een groot gemis. Op de school waar ik lesgaf, hielden veel jonge leraren het vanwege problemen met klasmanagement al na een paar maanden voor bekeken. Volgens een onderzoek van de Universiteit Antwerpen was dat, zeker in verstedelijkte gebieden, een van de belangrijkste redenen om ermee te stoppen.


In een eerder interview vertelde u dat u als leraar te mild was voor uw leerlingen. ‘Ik vond dat mijn leerlingen het zo al moeilijk genoeg hadden.’

Mensaert: Op scholen zie je leraren daar vaak over debatteren. Er is een groep die denkt: ze hebben het al zo lastig, laat ik het op school niet nog eens te lastig maken. Maar er is ook een groep die denkt zoals ik: onbedoeld ga je zo de lat lager leggen, en werk je de ongelijkheid verder in de hand. Ik denk dat je consequent moet zijn. Als een jongere geregeld te laat op school komt, moet je hem of haar daarop wijzen, ongeacht de thuissituatie. Dat staat begrip voor die situatie niet in de weg.


Zijn leraren in het algemeen te mild geworden?

Mensaert: Die vraag heb ik mezelf al meer dan eens gesteld. Misschien zijn we, als tegenreactie op het strenge, autoritaire onderwijs, te veel de andere kant uitgegaan. Als beginnende leraar heb ik die fout ook gemaakt. Vandaag weet ik dat je als leraar best strikt mag zijn. Maar minstens zo belangrijk is het besef dat striktheid verbinding en warmte niet uitsluit.




Ik botste nogal toevallig op dit artikel, in een gratis editie van Knack die ik al bijna bij het oud papier had gegooid. Boeiend, die Knack. Maar dit soort stukjes lees ik meestal niet. Veel te droog, met al die cijfers. Maar met deze blog in het achterhoofd gaf ik het toch maar een kans. En kijk eens aan zeg, het was toch interessant!


Van deze meneer, zijn SODA-plus en bijhorend attest had ik nog nooit gehoord. Maar hij legt wel de vinger op de wonde: attitudeproblemen zorgen voor ongelijkheid. Daar had ik nog nooit zo over nagedacht.


Als ik het goed heb begrepen, gaat het hier over een ongelijkheid tussen zij die wél hebben geleerd om op tijd te komen, beleefd en respectvol te zijn, … en zij die dat níét hebben geleerd.


Daar zijn wellicht goede redenen voor. Maar die mogen geen uitvlucht zijn om de attitudeproblemen te negeren of te bedekken met de warme mantel der liefde. Want zo hou je die ongelijkheid in stand.


Die ongelijkheid stellen we eerst vast op school, waar deze leerlingen lessen missen, achterop geraken en misschien niet eens een diploma halen. Daarna gaat die ongelijkheid verder. Op de arbeidsmarkt, waar ze het moeilijk hebben om een baan te behouden omdat ze steeds te laat komen en zich niet aan de regels houden. In de maatschappij tout court, want ook bij de tandarts moet je op tijd komen, en ook op de bus hoor je je te gedragen. Ik zeg maar wat. Attitude is key, dus.


Maar je zal ze maar voor je hebben zitten als (beginnende) leerkracht: de onderuitgezakte, ongemotiveerde, kauwgum kauwende, gsm’ende, steevast te laat komende snotapen met een brutale mond. Wat doe je ermee? Ze bij hun hoodie pakken en buitenzetten? Want daarover ging het inderdaad niet tijdens onze opleiding. Wel over klasmanagement en onderwijsnoden, dat wel. Maar niet over dít.  


Ik volg deze onderwijsexpert dan ook als hij zegt dat ‘striktheid’ moet worden aangepakt op schoolniveau. Het is niet goed dat de ene leerkracht het toelaat dat leerlingen op hun gsm zitten tijdens de les, en de andere het streng verbiedt. Duidelijkheid, mensen! Het schoolteam op één lijn! Directie en leerkrachten aan één zeel! En de lat mag best wel hoog. Want daarbuiten, buiten de schoolpoort, ligt de lat óók hoog. Enfin, dat hoop ik toch. Want anders is de wereld écht naar de haaien. 😉


Comments


© 2035 by Closet Confidential. Powered and secured by Wix

bottom of page